Op donderdagavond 2 maart om 19 u verzamelen 13 buurtbewoners en 2 politiemannen (Robert Bouma en Theo Vrijs) zich in “de Hullen” voor de zogenaamde veiligheidsschouw in onze wijk. Na wat inleidende woorden neemt onze wijkagent Robert Bouma het woord. Hij laat zien via een kaartje van Roden, waar het laatste jaar de meeste inbraken zijn gepleegd.
Duidelijk zijn een aantal “hotspots” te zien. In onze wijk is ook zo’n hotspot ten westen van de Ceintuurbaan Zuid in een gebied begrensd door de Nieuweweg en het Alb.Schweitzerplantsoen. Er staan voornamelijk vrijstaande huizen en die zijn extra gevoelig voor inbraak zegt dhr Bouma. Buiten onze wijk zijn in Roderveld (wijk direct grenzend aan onze wijk, ten westen van de hockeyvelden) ook duidelijke hotspots te zien.
Robert vertelt dat deze plaatjes zijn gebaseerd op het aantal aangiftes die worden gedaan en doet een oproep aangifte te blijven doen van incidenten. Want, zegt hij, dan kunnen we hier beleid op zetten. Hij noemt het voorbeeld van (tijdelijk) intensieve surveillance. Ook het aanspreken van personen die bekend zijn bij de politie kan erg goed helpen. Ook het nemen van inbraakwerende maatregelen (goed hang- en sluitwerk, inbraakwerende strips) helpen. Inbrekers hebben hier een hekel aan omdat het de inbraak vertraagt.
Na deze inleiding gaan we in twee groepen twee verschillende routes door de wijk lopen. Eén route loopt door het “hotspot”gebied (westelijk van de Ceintuurbaan) en één door een aantal straten ten oosten van de Ceintuurbaan zuid (Scheepstrastraat, Ligthartstraat, Zondagstraat, Jetsesplantsoen). We lopen onder leiding van de politiemannen en deze vragen ons met “inbrekersogen” te kijken. Als je dat doet is het soms niet moeilijk te zien dat mensen niet thuis zijn. Dit is erg goed te zien bij huizen waar geen licht brandt. Waar wel licht aan is, maar bijvoorbeeld in de hal of een enkel lampje in de woonkamer is het eigenlijk ook wel duidelijk. Dus is het verstandig meer dan één lamp in kamer en in het huis aan te laten. Waar we constateren dat er een veiligheidsrisico is, laten we een folder en een brief achter waarop staat wat we hebben gezien.
Nadat de groepen weer terug zijn in “de Hullen” ontstaat een geanimeerd gesprek over wat er allemaal is waargenomen onderweg. Genoemd wordt nogmaals dat – na enige oefening- het erg eenvoudig is te zien waar mensen niet thuis zijn. Licht op verschillende plaatsen in het huis (ook eventueel boven) geeft toch wel het beste “thuis-zijn” effect.
Tijdens het gesprek ontstaat het idee om voor de wijk een speciale veiligheidsbijeenkomst te organiseren. Vooral het thema hoe we preventief iets kunnen doen aan inbraak. Gedacht wordt aandacht te geven aan hang- en sluitwerk met o.a. demonstratie van “flipperen” (met een creditcard je toegang verschaffen) en cilindertrekken (speciale manier om een slot te forceren).
Dit idee zal nog verder worden uitgewerkt.
Tegen negenen sluiten we af -met dankzegging aan alle aanwezigen – en gaat iedereen huiswaarts met het gevoel veel te hebben opgestoken over veiligheid en inbraakpreventie.